In het regeerakkoord van de vier partijen die de nieuwe regering gaan vormen komen een aantal belangrijke gevolgen naar voren voor het arbeidsrecht. Hieronder geven we een kort overzicht van de gevolgen van het voorgenomen beleid.
• Met de invoering van de WWZ (per 1 juli 2015) zijn strikte ontslaggronden in de wet gekomen. Volgens de nieuwe wet moest elke ontslaggrond volledig zijn ‘volgelopen’ om de beëindiging van de arbeidsovereenkomst te kunnen dragen. In het regeerakkoord wordt echter een cumulatiegrond geïntroduceerd in het ontslagrecht, hiermee kunnen verschillende gronden worden gecombineerd. Als een werkgever hier gebruik van wil maken heeft de kantonrechter de mogelijk om een extra vergoeding (van maximaal de helft van de transitievergoeding toe te kennen).
• Volgens het regeerakkoord ontstaat er eerder recht op een transitievergoeding, namelijk al direct vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst. Hoe dit vorm zal krijgen is nog niet bekend omdat in de huidige rekenmethodiek gewerkt wordt met blokken van 6 maanden.
• De transitievergoeding wordt aangepast zodat ook bij langere dienstverbanden (langer dan 10 jaar) de vergoeding wordt vastgesteld op 1/3 maandsalaris per jaar. Scholingskosten worden nu ook ‘verrekenbaar’ gemaakt als het gaat om kosten die verband houden met (interne) scholing voor een andere functie. Voor MKB ondernemers worden voorzieningen getroffen voor de transitievergoeding in het geval de ondernemer het bedrijf moet beëindigen wegens pensioen of ziekte. Ook komt er een compensatie voor de transitievergoeding bij een ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.
• De ketenregeling (de opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd) wordt van 2 jaar weer teruggebracht naar 3 jaar. In die periode mogen dan drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten.
• De proeftijd bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt verruimd naar 5 maanden.
• De regels voor payrolling en nulurencontracten worden aangescherpt.
• Kleine werkgevers hoeven bij arbeidsongeschiktheid nog maximaal 1 jaar loon door te betalen. Het tweede jaar wordt gefinancierd uit een collectieve regeling, voor die regeling gaan de kleine werkgevers wel premie betalen. Het opzegverbod tijdens ziekte wordt niet aangepast en blijft op 2 jaar staan.
• De WW premie wordt afhankelijk gemaakt van het soort arbeidsovereenkomst, bij flexibele overeenkomsten wordt de premie hoger en bij vaste overeenkomsten wordt deze lager.
• Op het gebied van ZZP’ers komen een aantal ontwikkelingen. Zo gaat de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) definitief niet door. Deze wordt vervangen door een nieuwe regeling die zekerheid moet bieden aan werkgevers en gelijktijdig schijnzelfstandigheid aan zou moeten pakken.
• Als ZZP’ers een te lage vergoeding krijgen (tussen de € 15 en € 18) en voor langere duur (> 3 maanden) worden ingehuurd worden zij gezien als werknemer op basis van een arbeidsovereenkomst.
• Het kraamverlof voor partners wordt uitgebreid naar 5 dagen, de 3 aanvullende dagen worden uitgekeerd door UWV. Daarbij krijgen partners aanvullend kraamverlof van vijf weken per 1 juli 2020. Dit verlof dient te worden opgenomen in het eerste half jaar na geboorte. Tijdens het verlof ontvangt de werknemer een uitkering van het UWV, tegen 70% van het dagloon. De regels voor het verlof bij adoptie worden ook aangepast en gaan van 2 weken naar 6 weken.
De voorgenomen plannen moeten natuurlijk allemaal nog uitgewerkt worden in wetgeving. Wanneer en in welke vorm de plannen daadwerkelijk omgezet worden in wetten is nog niet duidelijk. Houd onze website in de gaten voor updates.
« Terug naar het overzicht