Goed motiveren van een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is noodzaak
Goed motiveren van een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is noodzaak
Op grond van artikel 7:653 BW kunnen werkgever en werknemer afspraken maken over een non-concurrentiebeding. Vanaf de grote wijzigingen rond het ontslagrecht is er een bepaling opgenomen dat in beginsel er geen sprake kan zijn van een non-concurrentiebeding inhoud overeenkomst voor bepaalde tijd. Dat kan alleen als de werkgever heel concreet motiveert waarom een non-concurrentiebeding noodzakelijk is. Maar wat is nu een goed gemotiveerd non-concurrentiebeding? Het antwoord daarop is te vinden in de rechtspraak.
Eerst maar eens kijken naar een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd welke de toets der kritiek van de kantonrechter niet kon doorstaan.
Op 9 december 2020 deed de rechtbank Limburg[1] een uitspraak waarbij het non-concurrentiebeding geen standhield. Het non-concurrentiebeding was als volgt opgesteld:
“Het non-concurrentiebeding is in dit contract opgenomen omdat de werknemer uit hoofde van zijn functie directe kennis en kunde vergaard dan wel toegang heeft tot specifieke informatie ten behoeve van het bestaansrecht van werkgever. Indien werkgever deze kennis en kunde niet veiliggesteld middels dit beding dan wordt het voortbestaan van werkgever direct negatief aangetast.”
De kantonrechter overweegt dat uit de motivering van het non-concurrentiebeding moet volgen dat deze noodzakelijk is vanwege specifieke bedrijfsbelangen. Volgens de wetsgeschiedenis worden daaraan hoge eisen gesteld. Het hierboven genoemde concurrentiebeding is in de algemene termen opgesteld, de kantonrechter kan hieruit namelijk niet opmaken welke bedrijfsbelangen nu precies dienen te worden beschermd en waarom dit noodzakelijk zou zijn. Dit non concurrentiebeding houdt dan ook geen stand.
Eerder deed het gerechtshof Amsterdam op 30 juni 2020[2] een uitspraak waaruit naar voren kwam hoe een rechtsgeldig non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd geformuleerd zou kunnen worden.
In die bewuste arbeidsovereenkomst was een lang en zorgvuldig gemotiveerd non-concurrentiebeding opgenomen. Het non-concurrentiebeding was als volgt opgesteld:
“Partijen stellen vast dat dit concurrentie-, relatie en personeelsbeding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen van werkgever.
In de functie van Consultant zal werknemer namelijk toegang hebben tot al dan niet vertrouwelijke bedrijfsgegevens en knowhow van werkgever, waaronder – doch niet beperkt tot – bedrijfsspecifieke informatie betreffende de huidige en toekomstige bedrijfsstrategie(ën) en plannen, prijsstellingen, winstmarges, uitgebrachte of nog uit te brengen offertes, kosten, vraag en aanbod, (contactpersonen van) (potentiële) opdrachtgevers en klanten, (potentiële) leveranciers, werknemers, (geplaatste en niet geplaatste) kandidaten en potentiële kandidaten. In- en verkoopvoorwaarden, en voorwaarden voor de dienstverlening door werkgever. Daarnaast zal werknemer in de functie van Consultant regelmatig contact hebben met Relaties, waaronder – doch niet beperkt tot – (potentiële) opdrachtgevers en klanten, (potentiële) leveranciers, (geplaatste en niet geplaatste) kandidaten en potentiële kandidaten. Daarnaast zal werknemer in de functie van Consultant bijzondere kennis en kunde opdoen, waaronder – doch niet beperkt tot – het bemiddelen van kandidaten en het acquireren van nieuwe opdrachtgevers en klanten. Tot slot zal werknemer in de functie van Consultant regelmatig contact hebben met personeel van werkgever en/of de aan werkgever gelieerde ondernemingen.
Werkgever heeft er een zwaarwegend belang bij om te voorkomen dat werknemer zowel gedurende als na afloop van de arbeidsovereenkomst voornoemde bedrijfsgegevens aanwendt, contact heeft met Relaties, de bij werkgever opgedane kennis en kunde aanwendt, en/of het personeel van werkgever en/of de aan werkgever gelieerde ondernemingen op welke wijze dan ook beweegt om elders in dienst te treden, met het oogmerk om te concurreren met werkgever of om werkgever anderszins schade toe te brengen. Het bedrijfsdebiet van werkgever bestaat uit kennis van contacten en relaties. Deze kennis stelt haar in staat haar activiteiten uit te oefenen. Zij heeft daarom groot belang bij bescherming van die kennis. Werkgever heeft daarnaast een bijzonder belang bij het in artikel 9.2 vervatte concurrentiebeding ter voorkoming van problemen bij het controleren van de naleving van het in artikel 9.3. vervatte relatiebeding en het in artikel 9.4 vervatte personeelsbeding indien werknemer na afloop van de arbeidsovereenkomst bij een Concurrerende Onderneming gaat werken.“
In de uitspraak motiveert het Gerechtshof onder meer als volgt. De formulering van het non-concurrentiebeding onderbouwd voldoende op grond van welke bedrijfsbelangen de werkgever belang heeft bij het non-concurrentiebeding. In dit beding wordt namelijk precies omschreven van welke bedrijfsspecifieke informatie de werknemer in zijn functie kennis kreeg en voor de werkgever is het van groot belang dat zowel informatie over haar werkwijze als over degene die zij tewerkstelt als informatie over potentiële opdrachtgevers wordt beschermd. Dat geldt ook in het geval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, de werknemer had immers vanaf de start van de arbeidsrelatie toegang tot alle bestanden van de werkgever, en tevens toegang tot alle kennis van haar werkwijze. De noodzaak tot bescherming van die gegevens is in het non-concurrentiebeding genoegzaam tot uitdrukking gebracht en voldoet daarmee aan de zware eisen van artikel 7:653 BW.
Aan de hand van deze twee voorbeelden wordt duidelijk dat bij het toepassen van een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heel concreet en precies moet worden onderbouwd waarom de werkgeverbelang heeft bij de bescherming van een non concurrentiebeding. Standaardbepalingen zijn onvoldoende en zullen de toets der kritiek van de kantonrechter (of het gerechtshof) niet halen.
Heeft uw onderneming belang bij een non-concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd? Neem dan contact op met één van de ervaren advocaten van Vallei Advocaten & Mediators in Ede.
[1] Rb. Limburg, 9 december 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:9822
[2] Gerechtshof Amsterdam, 30 juni 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1833
« Terug naar het overzicht