Geen uitzondering op het auteursrecht tijdens dienstverband
Geen uitzondering op het auteursrecht tijdens dienstverband
Bij het maken van auteursrechtelijk beschermde werken tijdens een dienstverband, komt het auteursrecht daarvan toe aan de werkgever. Een werknemer die soundtracks heeft geproduceerd voor zijn werkgever en die op eigen naam heeft aangemeld bij Buma/Stemra, probeert een uitzondering op de hoofdregel te bewerkstelligen. Ondanks diverse creatieve verweren gaat de kantonrechter hier niet in mee en moet de werknemer alle inkomsten die hij van Buma/Stemra heeft ontvangen terugbetalen.
Feiten
Wat was het geval? De werknemer was in dienst bij SI Music. Si Music is een onderneming die zich bezighoudt met het commercieel produceren en exploiteren van muziek voor opdrachtgevers. In 2011 is de werknemer in dienst getreden als soundengineer. De werkzaamheden van de werknemer bestaan uit het maken van muziekwerken die in opdracht van SI Music worden vervaardigd voor relaties van SI Music. In de arbeidsovereenkomst van de werknemer is een beding opgenomen waarbij alle auteursrechten die op de werken kunnen rusten die de werknemer heeft gemaakt, aan SI Music toekomen:
“Alle (intellectuele eigendoms-)rechten, van welke aard ook, die zijn ontstaan, bedacht, vervaardigd of anderszins tot stand zijn gekomen bij de uitvoering van de werkzaamheden door Werknemer onder deze overeenkomst, vallen op basis van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten exclusief en in onverdeelde eigendom van Werkgever. Werkgever is volledig en exclusief rechthebbende ten aanzien van deze rechten. Onder rechten van intellectuele eigendom wordt onder meer verstaan, maar is niet beperkt tot, alle wereldwijde auteursrechten, (…).”
In de arbeidsovereenkomst was verder bepaald dat de werknemer alle door hem geproduceerde werken zou aanmelden bij rechtenorganisaties zoals Buma/Stemra op naam van SI Music. Daarbij is ook bepaald dat de werknemer afstand doet van alle mogelijke inkomsten die voortvloeien uit de inschrijving bij de rechtenorganisaties.
In tegenstelling tot wat is afgesproken in de arbeidsovereenkomst meldt de werknemer de geproduceerde werken op eigen naam aan bij Buma/Stemra. Als gevolg van deze aanmelding krijgt de werknemer betalingen op grond van de Regeling Oudedagsvoorziening Auteurs over de jaren 2013 tot en met 2018.
Op enig moment wordt SI Music bekend met de inschrijving op eigen naam bij Buma/Stemra en de ontvangen betalingen door de werknemer. SI Music vordert daarom dat de werknemer het totaal ontvangen bedrag van Buma/Stemra voldoet aan SI Music. Het betreft een totaalbedrag van € 193.785,09.
Uitspraak van de kantonrechter
De werknemer voldoet het bedrag niet aan SI Music, als gevolg waarvan SI Music betaling vordert bij de kantonrechter. De kantonrechter stelt voorop dat de betaling van Buma/Stemra niet kwalificeert als een uitkering van een pensioenfonds in de zin van de pensioenwet. Daarmee staat volgens de kantonrechter vast dat de uitkering kwalificeert als inkomsten uit auteursrechten. Juist voor deze inkomsten uit de muziekauteursrechten waren partijen in de arbeidsovereenkomst overeengekomen dat die aan SI Music zouden toekomen. De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat de werknemer het bedrag aan SI Music moet terugbetalen.
De werknemer voert nog aan dat SI Music feitelijk niet als werkgever zou hebben opgetreden zodat er geen sprake kan zijn van het feit dat de muziekauteursrechten aan de werkgever toebehoren. Daarmee is de kantonrechter snel klaar. De werknemer is in dienst van de werkgever en daarmee staat op grond van de Auteurswet vast dat alle auteursrechten die ontstaan, aan de werkgever toebehoren. Daarnaast hebben partijen dat ook nog eens expliciet in de arbeidsovereenkomst afgesproken.
De werknemer voert tot slot nog een creatief verweer door aan te haken op het per 1 januari 2015 ingevoerde auteurscontractenrecht. Het auteurscontractenrecht geeft de maker van een werk de mogelijkheid om een aanvullende billijke vergoeding te vorderen van zijn wederpartij, indien de overeengekomen vergoeding gelet op de wederzijdse prestaties een ernstige onevenredigheid vertoont in verhouding tot de opbrengst van de exploitatie van het werk. Deze mogelijkheid komt echter alleen toe aan degene die wordt aangemerkt als maker, iets wat de werknemer niet is omdat er sprake is van een dienstverband. Hoewel het auteurscontractenrecht als doel heeft om de positie van de maker van een auteursrechtelijk werk te beschermen, is duidelijk besloten om de feitelijke maker die tijdens een arbeidsovereenkomst een auteursrechtelijk werk maakt, niet te beschermen. De wetgever heeft daar duidelijk niet voor gekozen. Ook dit creatieve verweer van de werknemer kan de kantonrechter – terecht – niet overtuigen.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
De uitspraak geeft aan dat het maken van duidelijke afspraken over auteursrechten tijdens een dienstverband belangrijk zijn. Standaard komt het auteursrecht toe aan de werkgever, zodat een werknemer er niet vanuit mag gaan dat het auteursrecht aan de werknemer toekomt, zonder andersluidende afspraken. Bovendien laat deze uitspraak zien dat praktische afspraken over het auteursrecht bij de rechter standhouden en dat de werknemer bij duidelijke afspraken toch niet op enige wijze auteursbescherming toekomt.
Kortom, de werknemer moet zich ervan bewust zijn dat hij geen auteursrecht krijgt op een auteursrechtelijk beschermd werk tijdens een dienstverband. De werkgever kan er daarbij op vertrouwen dat gemaakte afspraken over het auteursrecht ook standhouden bij de rechter.
« Terug naar het overzicht