Betrapt op samenwonen!
Na een echtscheiding blijven ex-partners in beginsel verplicht om financieel voor elkaar te zorgen. De hoogte van deze alimentatie kunnen ex-partners in onderling overleg (door tussenkomst van een mediator) of door de rechter laten vastleggen. Voor een goed advies gaat u naar een familierecht advocaat.
Alimentatie
De verplichting om alimentatie te voldoen, eindigt wanneer de andere ex-partner opnieuw in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat of wanneer deze is gaan samenleven “met een ander als waren zij gehuwd of als hadden zij hun partnerschap laten registreren”. Die laatstgenoemde situatie stond centraal in een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem[1].
Samenwoning
Voor de beantwoording van de vraag of sprake is geweest van een samenwoning van de vrouw (in de zin van artikel 1:160 BW) is vereist dat tussen de samenwonenden een affectieve relatie van duurzame aard bestaat. Het moet gaan om:
- een wederzijds verzorgen;
- met elkaar samenwonen en;
- een gemeenschappelijke huishouding voeren.
Het wetsartikel dient restrictief te worden uitgelegd. Hoe kan het hebben van een duurzame nieuwe relatie worden aangetoond?
Onderzoek
Dat gebeurt soms via het inschakelen van een recherchebureau door de alimentatieplichtige. Een recherchebureau observeerde ook in deze uitspraak in opdracht van de man wanneer en hoe vaak de vrouw haar nieuwe partner ontmoette. De vraag die aan het gerechtshof ter beoordeling voorlag, was in hoeverre observaties representatief geacht kunnen worden als bewijs dat er sprake is van samenwoning in de zin van artikel 1:160 BW.
Volgens de vrouw kon uit het geringe aantal uren observaties niet de conclusie worden getrokken dat er sprake was van samenwonen. Naar het oordeel van het gerechtshof kwam echter uit de observaties gedurende een periode van drie losse weken, dit laatste in verband met de privacy van de vrouw, voldoende het beeld naar voren dat sprake was van meer dan af en toe bij elkaar verblijven. Er was sprake van bijna dagelijks contact, de partner van de vrouw verbleef “nagenoeg elke nacht” bij haar. Ook nam het gerechtshof in aanmerking dat de vrouw en haar nieuwe partner steeds met elkaar aten. Het hof was dan ook van oordeel dat de man zijn stelling, inhoudende dat de vrouw en haar nieuwe partner elkaar over en weer het nodige verschaften, voldoende had onderbouwd.
Gelet hierop rustte op de vrouw de plicht om deze stellingen in voldoende mate te betwisten. Het had op haar weg gelegen om feiten en omstandigheden te stellen die de conclusie van de man dat sprake was van samenwonen, te ontkrachten. Dit had de vrouw echter onvoldoende gedaan. De conclusie van het gerechtshof luidde dan ook dat de vrouw was gaan samenwonen in de zin van artikel 1:160 BW waardoor de verplichting van de man om alimentatie te betalen, definitief was geëindigd.
Beëindigen alimentatieverplichting
Deze uitspraak toont andermaal aan dat het bewijs dat ex-partners zijn gaan samenwonen in de zin van artikel 1:160 BW kan worden geleverd door observaties van een recherchebureau. Van belang daarbij is wel dat het enkele samenwonen onvoldoende is om de alimentatieverplichting te doen beëindigen gelet op de overige vereisten van voornoemd artikel. Het is dan ook raadzaam hierover tijdig juridisch advies in te winnen. De advocaten van Vallei Advocaten & Mediators kunnen u daarbij bijstaan.
[1] Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 januari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:720
Meer interessante artikelen lezen?
- Wat verandert er per 1 januari 2025 voor de zzp’er en de opdrachtgever?
- Waar moet ik aan denken bij een vaststellingsovereenkomst?
- Drankmisbruik op Kerstborrels: Arbeidsrechtelijke gevolgen en juridische perspectieven
- Effectief Advies voor Werkgevers bij Disfunctionerende Werknemers: Opbouw van een Verbetertraject en Dossier
- Ontslag op staande voet, wat nu?
Per categorie